De sleutel tot sympathie!
Wat mij altijd enorm boeit, zijn groepsprocessen: hoe gaan mensen met elkaar om? Hoe kan het dat het ene "type" je beter ligt dan het andere? Hoe is het mogelijk dat je elkaar gewoonweg gevoelsmatig begrijpt? Vanuit de praktische mensenkennis zijn daar allerlei theorieën over. De psycho-physiognomie (breek je tong niet ;-)) is zo'n specifieke benadering van mens vanuit de totale lichaamsvorm en één van de interessante onderdelen van de praktische mensenkennis. In het sympathiek vinden van een persoon is het niet alleen het gezicht dat je wel of niet aanstaat, maar spelen de onderlinge verhoudingen- en vormen van een lichaam ook een hele belangrijke rol hierin.
Ben het mens dat je zelf graag zou ontmoeten.
Zegt een wijze spreuk, want dat wat je uitstraalt, komt op jou pad! Het is dan ook niet vreemd dat onderzoeken uitwijzen dat we personen die een beetje op ons lijken qua uiterlijkheden, vaak ook sneller aardig vinden! Niet iedereen past van oorsprong bij elkaar, al doet men soms nog zo zijn best!
Er zijn verschillende factoren die meespelen in een stuk herkenning van jezelf in een ander. Lichamelijke vormen, gelaatskenmerken en natuurlijke (ongeremde) lichaamstaal beïnvloeden onze visie op een ander. Elke verschijningsvorm brengt veel informatie met zich mee, meer dan wij meestal denken. Carl Huter beschreef de basale menselijke vormen als de drie menselijke natuurtypen: - Gevoelsaard (ectodermaal- of geel type) - Bewegingsaard (mesodermaal- of rood type) - Voedingsaard (endodermaal- of blauw type) Deze structurenleer vindt zijn oorsprong in de kiembladenleer die men kent vanuit de embryologie. Belangrijk om te weten is dat elk mens alle drie de kiembladen bezit en er dus een scala aan verdelingen van deze kiembladen is, waardoor er talloze verschillende lichaamsvormen bestaan. Elke opzichzelfstaande structuur heeft hele specifieke lichamelijke- en geestelijke kenmerken en hiermee eigen talenten en karaktereigenschappen. Dit kan ervoor zorgen dat sommige types elkaar mogen of dat er ronduit een antipathie bestaat tegen een bepaald soort mens. Hierbij is het zo dat gelijkgestemden (lees mensen met ongeveer dezelfde lichamelijke vormen) elkaar begrijpen en dus aantrekken. Er is in dat geval een sympathie! Naast lichaamsvormen spelen herkenningen in gelaatstrekken eveneens een rol. In vriendinnengroepen zie je bijvoorbeeld vaak dezelfde "types" als het gaat om lichamelijke vormen. Evenzeer kan het voorkomen dat er gelijkenissen zijn in gelaatsvormen zoals bijvoorbeeld brede monden, een goed aanwezige neus of scherp gevormde ogen. Ook in teams binnen bedrijven of beroepsgroepen ziet men dit soort praktijken terug. Een grappig "weetje" hierbij is dat de "smaak", of beter gezegd de structuur, van de persoon die de werknemers binnen de teams aanstelt hierbij van invloed is. Zo zie je niet zelden dat er bij een verandering van een leidinggevende of directeur, er ook (vrijwillige) veranderingen optreden binnen de samenstelling van een team. Ook hiervoor geldt dus: dat wat je uitstraalt trek je aan. Niet onbelangrijk om je te realiseren in zo'n verantwoordelijke functie, lijkt mij.
Kijk jij nog verder dan je neus lang is?
Het is interessant om te kijken naar de interactie in een groep mensen wat betreft aantrekken en afstoten. Hoewel er talloze verschillende mensen en ook menselijke structuurvormen bestaan , is het heel interessant om te bekijken wat lichamelijke- en geestelijke herkenning binnen groepen met idividuen kunnen doen.
Zo kunnen veel dezelfde structuurvormen op een werkvloer een grote kracht zijn: de gemeenschappelijke doelen en idealen zijn tenslotte hetzelfde. Men begrijpt elkaar op verschillende niveaus. Het gevaar hierachter is eenzijdigheid, vaste routine en niet meer verder kunnen kijken dan de neus lang is.Vastroesten en moeite met vernieuwing ligt in dit geval op de loer. Wanneer men binnen een gelijkgestemde groep een persoon met een totaal andere structuurvorm plaatst, kan het zijn dat er gedeeld onbegrip vanuit de gelijkgestemde groep naar deze persoon optreedt. Pesten op de werkvloer is niet zelden een gevolg hiervan. Wanneer totaal verschillende structuren met elkaar moeten samenwerken, kan dat een kracht zijn wanneer het gaat om bijvoorbeeld een veelzijdig proces of project. Nadelig kan zijn dat doelen onduidelijk zijn voor de verschillende menstypes en de sterkere structuren van de groep gaan overheersen. Onvrede ligt dan op de loer en kliekvorming kan ontstaan vanuit de ontembare drang naar herkenning en gevoelsmatige erkenning. Zou het niet mooi zijn als wij allemaal wat meer zouden stilstaan bij de dieper liggende oorsprong van sympathie en antipathie. Om ons hierbij af te vragen waarom wij ergens goed gedijen OF juist het gevoel hebben een buitenbeentje te zijn. Niet iedereen past van nature bij elkaar, al doet men soms nog zo zijn best. Wel is het mogelijk begrip op te brengen voor dat wat je niet of minder aantrekt in een ander mens.